KIFID WEIGERT HYPOTHEEKAFLOSSING MOGELIJK TE MAKEN

Verzekeraar (Reaal) komt beloftes niet na om restschuld te helpen voorkomen [i]

…. en KiFiD weigert een klacht hierover in behandeling te nemen!

Consument dacht in 2017 van zijn “woekerpolis” af te zijn, door van het aanbod gebruik te maken zijn polis om te zetten naar een “alternatief product” van dezelfde verzekeraar. Na een redelijke en billijke vergoeding van de geleden schade en de schriftelijke toezegging dat op zijn nieuwe polis een aantekening gemaakt zal worden dat extra stortingen fiscaal in orde zijn, trekt consument zijn eerdere klacht bij KiFiD in.

Zodra consument echter een extra storting wil doen om de restschuld op de einddatum van zijn aflossingsvrije hypotheek te verminderen, weigert de verzekeraar de toezegging na te komen. Een extra storting is plotseling volgens de verzekeraar niet mogelijk, omdat hierdoor de fiscale vrijstelling van de kapitaalverzekering-eigen-woning zou vervallen. 

Het feit dat de rechtsbijstandsverlener een bericht ontvangt van de Vaktechnisch Adviseur Inkomensheffingen van de Belastingdienst dat “Voor het fiscale overgangsrecht alleen de clausules zoals die opgenomen zijn op 31 december 2012 relevant zijn, dat in onderhavig geval de juiste clausules aanwezig waren en dat extra stortingen dus zijn toegestaan zonder verlies van de fiscale vrijstelling”, brengt verzekeraar niet op andere gedachten.

Consument verzoekt derhalve KiFiD zijn oude klacht over het door verzekeraar schenden van diens zorgplicht bij het eerdere hersteladvies “te doen herleven, omdat verzekeraar het geschil over de rechtsfeiten heeft doen herleven door zijn weigering eerdere toezeggingen na te komen” (de in vigerende jurisprudentie vastgelegde formulering om ondanks eerdere schikking de geschilbehandeling te heropenen). 

De Voorzitter van de Geschillencommissie, mw. Mr. E.C. (Eveline) Ruinaard, weigert echter zonder deugdelijke opgave van reden de klacht te doen herleven en staat ook niet toe dat er een nieuwe klacht wordt ingediend “omdat de klacht na een schikking is ingetrokken en die ingetrokken klacht zich ook uitstrekte tot de nieuwe polis, omdat die immers een omzetting is van de polis waarop de klacht betrekking had”.

Tegen een dergelijk besluit van de Voorzitter staat volgens mw. Ruinaard geen hoger beroep open. Zelfs niet als er sprake is van een ernstige schending van fundamentele rechtsbeginselen?!

De Voorzitter van de Commissie van Beroep, de heer mr. W.J.J. Los, is gevraagd aan deze Kafkaëske situatie een eind te maken door hoger beroep wel open te stellen. Hem is de vraag voorgelegd of hij echt van mening is dat deze weigering van KiFiD om het geschil buitengerechtelijk te beslechten zo aan de kantonrechter moet worden gemeld, wanneer consument KiFiD zal dagvaarden.  



[i] Zie voor de voorafgaande feiten dit relaas:

Consument sluit in 1999 op 32-jarige leeftijd een aflossingsvrije hypotheek af van f 332.825.

Om na 25 jaar ƒ 250.000 (€ 113.445) af te kunnen lossen kiest hij voor een levensverzekering met een dekking voor het overlijdensrisico met hetzelfde bedrag. Dat blijkt een woekerpolis te zijn (beleggingsverzekering van het type universal life), waarover de verzekeraar in 2013 meldt dat er na een looptijd van 25 jaar op einddatum geen € 113.445 beschikbaar zal zijn maar slechts € 82.800, bij een gunstig rendement van 7,85% (bij een pessimistisch rendement zelfs nog maar € 32.675). Consument heeft dus het vooruitzicht op een grote restschuld en moet ernstig rekening houden met gedwongen verkoop van zijn woning.

Het slecht presteren van de beleggingsverzekering blijkt maar in beperkte mate veroorzaakt te worden door “tegenvallende” beursresultaten, maar vooral toe te schrijven aan hoge – door de verzekeraar (Reaal) voor hem verborgen gehouden – kosten en sterk oplopende overlijdensrisicopremies. Dat voor consument verborgen houden wordt door KiFiD gekwalificeerd als een toerekenbare tekortkoming van de verzekeraar, die consument daarvoor ruimhartig moet compenseren.

Onder dreiging van een voor de verzekeraar negatieve KiFiD-uitspraak blijkt deze bereid tot het treffen van een redelijke en billijke “minnelijke regeling”.

Bij die gelegenheid belooft de verzekeraar “akkoord te gaan met het doen van extra stortingen en dit te zullen aantekenen op uw polisblad als u daadwerkelijk besluit uw huidige verzekering om te zetten naar een Reaal Vermogensverzekering”.

Met die toezeggingen gaat Consument akkoord met de minnelijke regeling en trekt hij zijn klacht bij KiFiD in.

De Reaal Vermogensverzekering is een “alternatief product” in het kader van het zogeheten “flankerend beleid woekerpolissen”, een beleggingsverzekering met dit keer lage kosten en een veilige vorm van index-beleggen.

Om in de resterende periode van een kleine 10 jaar alsnog in de buurt te komen van het gewenste aflossingskapitaal zijn wel extra stortingen nodig.

Senior ADR Expert (Alternative Dispute Resolution) M. van Rossum Management Consultant BV January 2012 – Present Rotterdam Area, Netherlands Dispute resolution of complaints about financial products or services. Legal support in disputes between consumers and banks, insurers, intermediaries and other financial services. In particular dealing with life assurance agreements based on 'packaged' securities, in Dutch coined as "woekerpolissen".